Naast de comparities komen vrijmetselaren ook bijeen tijdens rituele bijeenkomsten. Er wordt een vaststaand rituaal opgevoerd. Tijdens deze rituele bijeenkomsten wordt veel gebruik gemaakt van de bouw- en lichtsymboliek.
Oudtijds kende de mens tal van riten die in sterk aangepaste vorm nu nog bestaan. Denk daarbij aan gebruiken bij geboorte, huwelijk, dood en andere belangrijke gebeurtenissen in een mensenleven.
De vrijmetselarij is een inwijdingsgenootschap. In de loges wordt gewerkt in een stelsel van drie graden; Leerling – Gezel – Meester.
Elk nieuwe lid beleeft zijn plechtige toetreding op eigen wijze, afhankelijk van persoonlijke instelling, achtergrond en opvattingen over grote levensvragen. Het lijkt allemaal spel en dat is het in zekere zin ook. Maar dan wel een verheven spel met diepere waarden en betekenissen, waarvan de deelnemer zelf op zoek kan gaan. Het kan hem helpen zichzelf beter te leren kennen en antwoord te vinden op vragen naar het Waarom en Waartoe van het bestaan.
In het algemeen, bij voldoende ijver, wordt de Leerling na een jaar bevorderd tot Gezel. In het rituaal van de Gezel-Vrijmetselaar staan zelfontplooiing en dienen van de medemens centraal. Na een jaar als Gezel-Vrijmetselaar te hebben gearbeid kan de verheffing tot Meester plaatsvinden.
De meestergraad verwijst naar offerbereidheid uit liefde tot de medemens en leert de vrijmetselaar zich te plaatsen in de juiste verhouding tot de Opperbouwmeester. Tezamen beelden de drie rituele inwijdingen de levensgang van de mens uit, de reis van duisternis naar Licht.
De tekst van de ritus wordt door de Orde niet expliciet openbaar gemaakt. Er wordt verwezen naar talloze boeken, die wetenschappers erover hebben geschreven. De serieuze kandidaat wordt echter ontraden van tevoren kennis te nemen van hetgeen hem te wachten staat. De finale van een voetbalkamioenschap is ook niet spannend als je de uitslag al hebt gehoord. Het gaat immers om de persoonlijke belevenis. De werking van de ritus zou benadeeld kunnen worden indien de gang van zaken vooraf in alle details aan de kandidaat bekend zou zijn. Datgene waar de mens werkelijk aan hechten wil, een ervaring die tot in het diepste wezen wordt gevoeld, moet door de kandidaat beleefd en doorleefd worden.
Iemand die niet stap voor stap is ingevoerd in de symboliek, zal de betekenis van de rituele ook grotendeels ontgaan. Bovendien moet het voor de kandidaat, die tijdens het ritueel de centrale figuur is, een volstrekt nieuwe ervaring zijn die hij ondergaat. In de taal van de moderne psychologie zou men het vrijmetselaarsritueel een rollenspel kunnen noemen, waardoor de kandidaat wordt voorbereid op de realiteit van leven en dood.
Het laat zich raden dat alle verzinselen over de ‘geheimzinnigheid’van de vrijmetselarij zijn terug te voeren op het niet verstrekken van de officiële ritualen, die trouwens van loge tot loge kunnen verschillen. Echt geheim zijn ze niet. In iedere universiteitsbibliotheek liggen ze ter inzage en mening antiquariaat heeft ritualen in zijn collectie gehad. Maar kennisnemen van het rituaal geeft slechts een gedeeltelijk en vaak onbegrijpelijk beeld, omdat de essentie pas bij de voltrekking van de ritus – tijdens de inwijding zelf – kan worden doorvoeld en begrepen.
Het geheim van de vrijmetselarij is de unieke belevenis van een gezamenlijke ervaring, die niet kan worden verklaard of onder woorden gebracht, omdat gewone taal dartoe ontoereikend is. Het geheim kan alleen worden gedeeld met hem die het reeds kent. De muziek moet je gehoord hebben, het notenbeeld zegt alleen de kenner (de al ingewijde!) iets. Pas na afloop kunnen concertgangers praten over hun ‘geheime’beleving van de uitvoering. Geheimen bewaar je in je hart.
In gesprekken over vrijmetselarij wordt vaak het woord ‘inwijding’ gebruikt. Hoewel vrijmetselaars aan dit woord een bijzondere persoonlijke betekenis kunnen geven, houdt het begrip inwijding in feite niet meer in dan ‘opname in een besloten groep en bekendmaking met de kenmerkende gebruiken van deze groep’. Binnen de vrijmetselarij bestaat deze inwijding uit een reeks van drie graden die tijdens een zgn. open loge worden verstrekt. In die zin is de inwijding in een loge vergelijkbaar met iedere opname in een groep met een eigen cultuur.
Toch is er verschil tussen het lid worden van een tennisvereniging om van een tennisbaan gebruik te kunnen maken en de toetreding tot een loge om binnen een ideële broederschap aan de ontwikkeling van de eigen
levenshouding te gaan werken. Het lidmaatschap van een loge veronderstelt namelijk een langdurige verbintenis, niet zozeer met de loge, als wel met de ernstig overwogen eigen keuze. In die zin is de inwijding in een loge vergelijkbaar met iedere opname in een groep met een eigen cultuur.
Het proces van persoonlijke bewustwording, door een inwijding op gang gebracht, vraagt om trouw en doorzettingsvermogen. Het zichzelf ten volle te leren kennen en van daaruit het leven vorm te geven is een taak die men bij de inwijding vrijwillig aanvaardt en die een mensenleven voortduurt.
Uit het voorgaande blijkt dat toetreding tot een loge vraagt om zorgvuldige voorbereiding. Wie interesse heeft voor het lidmaatschap zal zich allereerst kunnen informeren door middel van lectuur en door gesprekken met vrijmetselaars. Vervolgens overweegt de belangstellende samen met de leden van een loge of vrijmetselarij hem de gezochte stimulans kan bieden en of hij zich thuis kan voelen in de loge. Als de kans hierop duidelijk aanwezig is kan definitieve aanmelding als kandidaat plaatsvinden. In een ceremoniële bijeenkomst wordt de kandidaat opgenomen als lid van de loge.
Naast de inwijdingen vindt een aantal malen per jaar een plechtig ritueel plaats, waaraan de leden in stemmige kleding deelnemen. Zo’n ritueel hoort bij de hoogtijdagen van de vrijmetselaar: de aanneming van een nieuwe lid, de verdere stappen in zijn vrijmetselaarschap, de viering van de naamdagen van de schutspatronen, het afscheid van een overleden broeder. Aan de sfeervolle uitvoering wordt veel zorg besteed. De rituelen (Open Loges) worden gehouden in een speciaal daarvoor ingerichte ruimte, de Werkplaats.