Omstreeks 1917 toen er in Eindhoven een tiental vrijmetselaren woonden, bezocht slechts één van hen regelmatig de bijeenkomsten in den Bosch. De overigen waren allen min of meer vervreemd van het logewerk en hadden nauwelijks onderling contact. Het zou onredelijk zijn deze vrijmetselaren daarvan een verwijt te maken. De plaatselijke toestanden waren voor het verrichten van vrijmetselaarsarbeid niet gunstig.
Vanaf 1918 lukte het eindelijk voldoende mensen bij elkaar te krijgen om te komen tot het oprichten van een vrijmetselaarskring. De bijeenkomsten werden gehouden in een kantoorlokaal van een van de linnenfabrieken. De officiële oprichting geschiedde op 29 mei 1918 in tegenwoordigheid van de grootsecretaris van het hoofdbestuur en de voorzittend meester van de loge “De Edelmoedigheid”. De Kring begon haar werkzaamheden met veel enthousiasme. Men kwam regelmatig bij elkaar; er kwamen vrijmetselaren uit andere steden op bezoek, kortom het vrijmetselaarswerk in Eindhoven begon echt van de grond te komen. Toch was een en ander blijkbaar nog niet rijp voor duurzaam werk: om onbekende redenen begon er iets te haperen. De bezoeken werden minder. Op den duur namen er nog maar zo weinig mensen deel aan de arbeid, dat het niet langer verantwoord was telkens weer een beroep te doen op de gastvrijheid van de fabriek.
De kring werd niet ontbonden, de werkzaamheden werden slechts opgeschort.
Dat ene jaar, van enthousiaste arbeid wierp niettemin vrucht af: verscheidene van de voorheen niet actieve vrijmetselaren werden actief en gingen de loge in ‘s-Hertogenbosch met een redelijke frequentie bezoeken.
In de jaren daarna verandert het beeld van Eindhoven, vooral door de komst van Philips. Er komt veel import, andersdenkenden en vooral niet-Katholieken. Daarbij trekt een wetenschappelijk bedrijf als Philips veel intellectuelen aan. Hierdoor groeide onder de bij de loge “De Edelmoedigheid” aangesloten Eindhovense vrijmetselaren de overtuiging, dat zij van de gewijzigde omstandigheden gebruik moesten maken en dat een poging moest worden gedaan, om de vrijmetselaarskring weer in werking te stellen.
Het was daartoe nodig alle Eindhovense vrijmetselaren bijeen te roepen. Daar niet alle adressen bekend waren, werd in het correspondentieblad van de orde een oproep geplaatst: aan alle vrijmetselaren die in Eindhoven woonachtig waren werd verzocht zich te melden.
De Loge “Licht en Vrijheid” werd in 1931 opgericht door zeven broeders die tot dat moment een Loge in ‘s-Hertogenbosch bezocht hadden.
Bij het zoeken naar een passende naam lag er toevallig een exemplaar van het “Algemeen Handelsblad” op tafel. In de kop van het blad was een Latijnse tekst: “Lux et Libertas” verwerkt en dat bracht de Broeders op het idee, als naam “Licht en Vrijheid” te kiezen. Deze naam kwam dan ook in de Constitutiebrief van 18 juni 1931 te staan. In de Constituerende Vergadering van de Loge werden de Statuten en het Huishoudelijk Reglement vastgesteld. Het eerste artikel van het Huishoudelijk Reglement luidde: ‘De Loge is krachtens de constitutiebrief wettig gevestigd in Eindhoven, een zelfstandige vereniging van leden der Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden, is een Loge met volledige werkkring, en draagt de naam: Licht en Vrijheid’.